Als ik thuis kom staat ze aan de voordeur die naast de onze ligt. Een papieren zak met boodschappen in de ene hand, de andere hand vecht met het sleutelgat. Door de zonnebril op haar neus kan ik haar ogen niet zien maar ik raad dat ze zenuwachtig heen en weer gaan en getooid worden door diepe wallen. Vijf dagen - zo vertelt ze me - vijf dagen ligt Hugo al op intensieve en niemand weet wat. Koorts van hier tot in Tokio en hij voelt zich een hoopje miserie. Ik schrik, zij houdt zich sterk. 'Let een beetje op mij' zegt ze voor ze haar lege huis binnengaat.
Manlief schrikt ook. Hugo is een beest, Hugo is een schat en Hugo geeft nooit op. Drie dagen later kom ik ze samen tegen, wat verder in de straat. Zij jubelend omdat Hugo voor het weekend naar huis mocht, hij is stil en staat er uitgeput en asgrauw bij. Het contrast met de vroege, zonovergoten lentedag kan niet groter zijn. De wandeling die hij zo graag wilde maken, was veel te zwaar. Hij is bekaf en razend op zichzelf omdat er niet meer in zit. En nu, hypertoevallig, loop ik ze, nog eens vijf dagen later, letterlijk tegen het lijf - in de gang van één van 's lands grootste ziekenhuizen op weg naar mijn werkplek. Lena geeft een gilletje en ik zie het meteen, hun tij is gekeerd. Ze stràlen. 65 en 66 zijn ze, maar ineens lijken ze 17 en 18, dartel en smoorverliefd. Zij voert het hoogste woord. 'Zeldzaam' ... 'Gevonden' ... 'Gepaste medicatie' ... 'Morgen naar huis' ... en ik kijk naar Hugo. Het is waar. Zijn wangen kleuren weer normaal, zijn schouders staan rechter, hij glimt. Oef. Oef Oef. Als Lena is uitgerateld geeft Hugo me een knipoog. Jaja - zegt hij - morgen naar huis. Overmorgen halen we de mobilhome en vrijdag zijn we weg. Ik lach ... uit zenuwachtigheid, giechelende opluchting, en omdat ik niet weet of ik het wel een goed idee vind dat ze zo snel vertrekken. Ik heb er natuurlijk niets over te denken ... Deze helden -- de dokter vindt hun hele plan maar 'zozo' -- trekken zich nergens wat van aan. Zij vertrekken. Ik kus ze, wens ze een mooie reis, en alle goeds. Ondertussen zijn we vijf weken verder - minstens. Ik wachtte op hen toen Pasen eraan kwam - tevergeefs. Ze blijven weg en waar ze ook zitten, het moet daar goed zijn. Toen ze die dag in het ziekenhuis wegliepen zag ik hoe innig ze hun vingers in elkaar vlochten en Lena net geen sprongetje maakte. En echt ... ik hoop dat ze nu zo ergens rondlopen. Blootvoets, op een tropisch strand, hartjes tekenend in het zand en kussend onder een zwoele sterrenhemel. Hugo + Lena. <3
1 Reactie
|
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|