“Bomma wordt vrijdag begraven.” Zo staat het er. Sec en in zwarte letters op een hagelwit blad papier. Een formeel afwezigheidsdocument met bovenaan het logo van onze grote instelling, in het midden een vakje om je afwezigheid te duiden en onderaan plaats voor twee bazen die het moeten ondertekenen. Alvorens het formulier naar de personeelsdienst vertrekt, komt het nog even op mijn bureau terecht. Ik ken de collega die het daar heeft gelaten niet, heb een vaag beeld van een grote man, niet jong, die ergens aan de overkant van mijn kantoorgebouw werkt.
Ik ken hem niet, maar door dat korte zinnetje zie ik hem als kleine jongen voor me — zoals hij daar staat in de keuken van zijn Bomma. Een geruit tafelkleed met verse pistolets en de geur van koffie. Ik zie hem buiten spelen en even later bomma-zalf op een kapotte knie. Hij heeft het zo mooi opgeschreven. Dat zinnetje waarin een heel leven zit, en een unieke band tussen een grootmoeder en haar kleinzoon, in vier woorden op dat stijve formulier. “Bomma wordt vrijdag begraven.” Vier woorden en je weet nu al dat Bomma nooit ver weg zal zijn. RIP Bomma. Veel steun, beste vage collega.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|