Out of the blue was daar weer die vraag -- of we bloemen zouden meenemen. En of we dan vergeet-me-nietjes konden doen. Schoon eigenlijk ... dat dat het enige is wat mijn oudste dochter van haar Bompa, mijn papa, herinnert, dat mooie feit van hoe iemand toen hij daar lag opgebaard, vlak voor zijn crematie, een bosje vergeet-me-nietjes tussen zijn vingers had verstrengeld.
8 Reacties
Het schip, een bootje eigenlijk, waggelend op een meer dat schittert in de vroege ochtendzon. Samen met 15 anderen zitten we op elkaar gepakt op houten bankjes. We hebben elkaar nooit ontmoet, en wachten tot mijn neef - kapitein van dienst - ons naar de mysterieuze bestemming voor zijn verjaardagsweekend vaart. Het is nog te vroeg voor small talk - we staren en lachen wat naar elkaar en nemen foto's van de glinsters op het water.
Mijn Neef is van goud. De liefde voor het water van zijn vader meegekregen nog voor hij kon lopen, vaart hij ons voor zijn 40e naar een eiland met tipi's in het midden van het Veluwe meer -- goed voor zo'n dag uit de 1.000. De liefde voor dit feestvarken brengt ons samen. En de sportdag die hij voor ons op touw heeft gezet. Zalig. Met mensen die we nooit eerder hebben gezien, trekken we touw, gooien we om ter verst krachtbal, schieten pijl en boog en lopen hobbelend een brancard-race alsof ons leven ervan af hangt. Wanneer we winnen, vallen we in elkaars armen en high-fiven we alsof we elkaar al jaren kennen. 12 uur later keren Manlief en ik terug. De rest blijft op het eiland, aan een vuur en in de tipi's. Bij het afscheid in de avondzon knuffelen we innig - we gaan er allemaal van uit dat we elkaar pas binnen 10 jaar - bij Neef's 50e - zullen terugzien. * Het blijkt nog geen jaar te duren. Op een dag vol zon en wind zie ik ze terug. De vriend met de lange baard, het hippe meisje met de mooie haren, een andere blijkt zwanger. Geen knuffels, wel tranen als we elkaar kruisen in de volle hall van de rouwvilla voor de begrafenis van de vader van Neef en zijn kleine broer. * Ik zie de achterkanten van hun hoofd. Zo waardig en sereen ze daar zitten - hun gezinnen naast hen, in zoveel stukken breekt mijn hart. Eén jaar ouder en twee jaar jonger dan ik en op korte tijd verliezen mijn neven hun moeder, en nu hun pa. Ik weet hoe rauw het is om je vader te verliezen. Ik kan - en wil - me niet inbeelden hoe het is om je beide ouders kwijt te zijn. Ze hebben er een wondermooie dienst van gemaakt, een vader waardig. Herinneringen van vroeger komen terug en in al hun kracht brengen ze oude tranen mee, hier en daar een glimlach. De koffietafel is warm, hecht en doet zijn ding. En toch blijft het moeilijk om ze nu weer te gaan knuffelen - die vrienden. Niet omdat we dat niet willen, niet omdat we onbeleefd zijn. Het is gewoon ... niet juist. We houden het op een afstandelijk knikje - we doen alsof we hier niet moeten zijn, dit niet moeten meemaken, elkaar niet moeten zien hier. * En het schip? 'Een schip ... ' zo staat op het rouwkaartje, 'Een schip achter de horizon is niet weg, je kunt het alleen niet meer zien'. <3 <3 En vanwaar dit allemaal komt de lucht, het water en de grond dat kan tot nu toe niemand vertellen De aarde draait hier niet alleen er zijn nog meer bollen om haar heen veel meer dan de mensen kunnen tellen * Van zolang ze zich kan herinneren doen Pauline en ik 's avonds van boekje - kusje, knuffel - en dan twee vraagjes. Als het te laat wordt, krijgt ze er maar één; en bij een heel heel kort verhaaltje worden het er soms drie. Maar meestal twee. Makkelijk zo'n herkenbaar slaapritueel. Hm. Of toch niet. Het is een spervuur dat mij elke avond overvalt. We beginnen met een resem vraagstukken over de dood, het leven en de anatomie van mens en dier en gaan dan - via een omweg over God en Bijbelse aangelegenheden - over tot diepzinnige kwesties over het heelal en het ontstaan ervan. (Bij die twee vragen, horen nogal wat subvragen ziet u ... ) Favorieten van het moment zijn 'Gaan Zwarte Pieten ook dood? Zijn dat dan zwarte Sterretjes?', 'Waarom gaat alles en iedereen dood?' en 'Hoe kunnen baby's in buiken sterven?' -- ik zwijg dan over de vragen over robotten, waarom er muisjes bestaan en of de Duivel het leuk vindt als Marietje een nachtmerrie heeft. OK, kijk ... ik studeerde ook maar Letteren en was absoluut geen licht in Aardrijkskunde en nog minder in Godsdienst. Maar zoals dat dan gaat ... moeders doen wat moeders moeten doen. Ik trok naar de bib en kwam thuis met een stapeltje 'Filosoferen met kinderen'. Alleen maar meer vragen. Ik kocht een kinderbijbel en verstond zelf maar de helft van de ingekorte Testament-verhalen. Nog meer vragen. Ik probeerde authenticiteit-voor-kinderen en antwoordde eerlijk dat ik het antwoord niet kende. Daar was mijn dochter-van-vijf helemaal niet mee gediend. En zo - zo heb ik tegenwoordig mijn eigen avondritueel. Wanneer dochterlief genoegen heeft genomen met mijn halfbakken antwoorden en goed is ingestopt, duik ik met mijn neus in de laptop en ga ik op zoek. Met ogen die branden van vermoeidheid lees ik op Wikipedia artikels over de oerknal, verhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament en over het spijsverteringsstelsel van koe, hond, paard en kat. Aan de ontbijttafel orakel ik mijn vers-opgedane wijsheden en dochter absorbeert het allemaal -- om dan 's avonds met nog meer bijvragen af te komen. Boeiend - zeg dat wel. Tot op een dag. Tot op een dag Manlief me met ogen als schoteltjes aankijkt. Het niet uitspreekt maar me een ding-dong-getikte-strever vindt wanneer ik bij de koffie en boterhammen met hagelslag de structuur van een atoom zit uit te leggen. Terwijl hij me blijft aanstaren klapt hij doodserieus zijn laptop open en tokkelt iets op Youtube. Een seconde later schalt Urbanus door onze keuken. De aarde is een grote bol met planten en met beestjes vol en ze draait al heel lang in het rond En wat ik haast niet kan geloven soms hangen we onderste boven en toch blijven onze voeten op de grond Pauline-van-vijf vindt het prachtig. De Werelbol moet nog eens op en nog eens en nog eens. Wijsheid die alles omvat en lekker meezingt. Daar kan geen enkele Wiki-pagina tegenop. En zo spenderen wij de helft van onze dagen op Youtube. Met Urbanus. Pauline met haar oor tegen het schermpje om geen lettergreep te moeten missen. Marie met haar armen in de lucht, wel tien keer na elkaar. Ze draait rondjes tot ze er rood van ziet en zegt dan 'Nog'. Want als je straks een lichtje ziet dat plotseling door de hemel schiet dan kan dat een marsmannetje zijn Dat heel gewoon aan jou komt vragen of je één van deze dagen met hem meevliegt in zijn marskonijn Neen, daar heb ik nu eens niets aan toe te voegen. Dus doei. En dag!
We waren vijftien of zestien en onze leerkrachten vonden het zo nu en dan nodig om ons enige realiteitszin en besef van vergankelijkheid mee te geven. Dat mocht ook wel want voor sommigen vormde onze ietwat elitaire, voornamelijk-blanke-meisjesschool een bubbel. Een cocon die ons deed vergeten in welke wereld we daarna zouden terecht komen. Dan zwaaiden ze met cijfers om te laten weten dat er binnen vijf, tien, twintig jaar mogelijks XYZ percent van onze klasgenoten mama zouden zijn. Getrouwd en misschien ook al weer gescheiden. Dat een deel van ons niet meer in België zou wonen. En ook vertelden ze hoeveel van ons er - statistisch gezien - tegen dan niet meer zouden zijn. We vonden het allemaal of hilarisch of gigantisch ver van ons bed. Konden ons al helemaal niet inbeelden dat statistieken je op een dag inhalen en omver meppen. Bitter, cru en diepzwart. * Tussen al het verjaardagsgeweld en feestgedruis van het afgelopen weekend komt hij binnen. De mail van één van mijn beste vriendinnen getiteld ’Sprakeloos'. Uit de social media alerts maakt ze op dat Ankie overleden zou zijn. Veel onduidelijkheid, en we waren allemaal niet meer close met haar, maar het steekt wel. Ik lees het mailtje en ga verder met taart snijden en koffie schenken. Wanneer iedereen bediend, sluip ik naar boven. Ik lees opnieuw en opnieuw en op mijn smartphone scroll ik door Ankie’s Facebook-tijdlijn. Ik krijg het heel koud. Het is zo. Het is echt zo. Het is zo — de eerste van onze klasgenoten die er niet meer is. De rest van de middag, het hele weekend eigenlijk, vieren we maar tegen de binnenkant van mijn hoofd kleeft een zwarte wolk genaamd Ankie. Tijdens mijn Facebook bezoek las ik over niet één maar twee erge ziektes, over haar puberende zoon en zij als alleenstaande mama - alleenstaand want geen partner én alleenstaand want haar eigen ouders alletwee al vroeg overleden. Eén van de vriendinnen vat het zo samen — ‘ze moet een moeilijk leven hebben gehad'. Ja, als je dat allemaal optelt, dan is het zo. En ook weer niet. Van de foto’s die ik op Ankie’s pagina vond, spat de levenslust. Ze moet al lang ziek geweest zijn, maar ik zie alleen maar een oprechte spring-in-’t-veld. Compleet zoals we ze ons herinnerden van op school. Haar wall wordt omgezet naar een nagedachtenispagina en ik lees er over haar lach, haar liefde, haar levensvreugde, haar moed en topmoederschap. Brrrrrr ’s Avonds in bed ween ik een beetje. Om Ankie. Omdat ik zo hard hoop dat ze met een zekere gemoedsrust is kunnen gaan. Omdat het natùùrlijk veel te kort was maar dat ik wens wens wens dat ze er heeft uitgehaald wat ze wilde. Om haar zoon die zijn mama verliest en ook al niet meer bij haar ouders, zijn grootouders, terecht kan. Brrrrr Ankie toch. Omdat ze niet weet, en het toen in de klas nooit zou vermoed hebben, hoe zìj het zou zijn die met haar vertrek nu, en met die levenslustige ogen van haar, wellicht heel velen van ons heeft wakker geschopt. Ons weer heeft doen beseffen hoe hard we in het nu leven. Dat het - zoals onze immer grappende leraar Fysica ons in een serieus moment op het hard drukte - inderdaad echt vergankelijk is, dat leven van ons. Dat we het moeten pakken. En dat we het toch ook echt moeten tonen - nu, en altijd altijd - om wie we geven en wat we aan ze hebben. * We voelen het allemaal. Het nieuws blijft hangen. Geeft schokgolven. Op woensdagochtendvroeg krijg ik een sms van Best Friend Forever and-ever-and-ever. Zomaar. Over November Rain. En om me een prachtige dag te wensen. Ik moest al lang vertrokken zijn, maar stuur terug. Twee hartjes — omdat ik haar zo graag zie, wil dat ze het weet. En snel ook. |
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|