Zij en ik stappen naar huis. We praten en duwen onze fietsen voort.
Aan mijn stuur hangt een geknutseld haardvuur, aan het hare een cadeautje van de juf. Pauline gaat met haar tong langs het gat dat daar nu ineens zit, zo groot, vooraan in haar mond. Vertelt het nog eens en nog eens en dan nog eens. De tand begon te wiebelen waarop zij de hele verdere dag ijverig haar mond liet open hangen - zo, mama (wagenwijd dus), want anders slikte ik hem in. Ah ja. Tot in de speeltijd bij een kerststerrencakeje. Ineens was hij weg. Vier kleuters zochten samen onder bankjes en in struiken. Ze keken tussen de glijbanen en krabten in de aarde errond. Foetsie tand, écht niet meer te vinden. Dat ze dat wel spijtig vindt. En ook heel spijtig dat haar beste vriendje Leo na de vakantie weg is. Naar een ander dorp met een andere school. Dat ze graag een nieuwe fiets wil. Niet voor deze kerstmis, maar die van volgend jaar. Maar geen witte met een bruin zadel want dat is voor jongens. * Ze aait mijn rug terwijl ik de deur openduw. 'Dat was fijn he mama ... zo wat babbelen en praten met elkaar.' 'Dat moeten we nog eens doen.' O O Oooo ... Die lieve schat van mij. We eten koekjes en kijken 100 keer in de spiegel naar de uitgevallen tand. * Onze vakantie is goed begonnen. Veel tijd wens ik onszelf toe. En jullie ook. Om wat te babbelen en te praten met elkaar. Geniet ervan!
2 Reacties
Laat een antwoord achter. |
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|