Het strand is lang en aan het einde staan wij.
Ik in het midden met aan mijn linkerhand mijn nichtje van net tien en rechts mijn neefje van vijf. Het is nog vroeg en stil. We horen golven en meeuwen. De zee over onze voeten. Tien seconden. Dan houdt Nicht het niet meer. Ze zwaait haar armen open, tikt met haar voeten in het zand, barst uit in haar laatste video-clip dansje. Zo mooi, zo vrij. Het hele strand voor haar alleen. Prachtig en puur. *Ik hou van jou.* Neef heeft zich ook losgewrongen. Plukt dode krabben van het strand en schupt woest zand in de zee. Gooit zijn hele vijfjarige lijfje in de strijd. Om dan levende zeesterren in een emmertje te gaan verzamelen. *Ik hou van jou.* Ik kijk naar hen. En bedenk hoe groot het toeval is dat deze kinderen in mijn leven zijn. Als ik niet naar de scouts was geweest, als ik niet dit als ik niet dat, als ik mijn man niet had ontmoet, en als zijn broers niet, ... Ik kijk naar hen en zie ze graag. Hun ongeremdheid en totale overgave. Ik kijk naar hen; bedenk dat terwijl ik hier over toeval sta te contempleren, zij geen toeval zien. Voor hen ben ik er gewoon. De grootste vanzelfsprekendheid. Altijd al in hun leven geweest. Gewoon. Tante Eva. En hoe goed dat is. * Aan zee dus. Met z'n allen. Feest in de familie want opa gaat op pensioen en dat mag op gepaste wijze gevierd worden. Vorig jaar vierden we ook al, toen werd Oma 65 en gingen we ook naar zee. Heel fijn was dat, maar ik was er maar half bij. Het was september, ik stond op een dikke twee maanden van mijn crash en was compleet op. Een zombie. Ik zat in de overlevingstunnel en alles wat ik deed was op automatische piloot. Hoe apathisch was ik. Hoe vlak. Hoe moe. Ik herinner me wel dat gesprek met Schoonbroer 1 over koffie. Hoe ik vertelde dat ik van 's morgens tot 's avonds koffie dronk. Met Dafalgan. Om mijn hoofdpijn te verdwazen en de druk op mijn ogen te verlichten. Ik herinner me hoe ik ongepast hard uitviel naar mijn neefje en voor de rest van het weekend mezelf en mijn zenuwen niet meer vertrouwde. Ik herinner me hoe ik op een moment dacht dat ik ging flauwvallen van vermoeidheid. Niets toonde. The show must go on. * Dit jaar is het anders. Gelukkig. Ik ben erbij en ik ben er. 7 maanden na mijn crash en ik voel eindelijk dat ik weer wakker ben. Geen automatische piloot meer nodig, de dingen komen binnen en ik kan ervan genieten. En zo. Zo voel ik hoe - als we 's avonds met 15 rond de tafel zitten met chipskes en bubbels - hoe dankbaar ik ben. Om al die toevallige mensen die nu mijn Familie zijn. Mijn toevallig vanzelfsprekende Familie. En hoe goed dat is.
4 Reacties
Anneleen
6/6/2016 11:52:32
Mooi geschreven... hoopvol :)
Antwoord
8/6/2016 06:21:42
ja ... en wat goed dat ik VOOR en NA kan vergelijken! :-)
Antwoord
Laat een antwoord achter. |
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|