Oh nee. Nee, nee, nee.
Ze zouden het niet graag horen. Ze hoeven het ook niet te weten. Dat ik absoluut geen zin heb om ze te zien straks. "Voor een lunchke." Michou en Karen doen al weken hun best om me uit eten te nemen. En ik doe al even lang mijn best om ze af te weren. Maar nu ben ik dus gekrakt. Michou en Karen, mijn 'copinnen' op het werk. Echt, ik zie ze graag. Ze zijn zo straf. Niet alleen in wat ze doen -- ook als mensen. Slim, welbespraakt, recht voor de raap. Werkbeesten, all the way, net als ik. En met een interessant, gepassioneerd leven daarnaast. Een gefundeerde mening over e-ve-ry-thing en heel erg grappig, dat ook. Als Michou er niet was geweest op die 2e november 2015, was ik wellicht compleet gaga geworden op het werk. Zij zag dat ik zwaar aan het flippen was, stuurde me naar de dokter and the rest is history. Sindsdien heb ik ze niet meer gezien of gehoord. En straks het weerzien. De hele morgen voel ik me zenuwachtig, slap en -echt waar- heb ik zin om te wenen. De herinnering aan de laatste keer dat ik ze zag, op het werk, brengt me terug naar mijn toestand van toen. Een gekwetst piepkuiken zonder slagkracht dat dacht zich te moeten voordoen als een adelaar. Ik was zo op, zo kapot. Ik. kon. echt. niet. meer. Alles wat me toen gezegd werd, gleed van me af. En tegelijkertijd had ik de hele zin om te wenen omdat ik in elk woord, elke lettergreep een opdracht, een taak hoorde. Die er echt niet meer bij kon. * Ik zit op een terras in de stad -- ik ben te vroeg. De zon en de zorgeloosheid van het flanerend volk hebben hun ding gedaan - mijn gemoed is wat optimistischer gestemd. Plots zie ik ze. Mijn schatten. Weg stress. Van onstuimig enthousiasme ben ik al aan het zwaaien nog voor ze me kunnen opmerken. Als ze aan mijn tafeltje bijschuiven, knuffelen we en is alles goed. Ik ben zo blij. Enerzijds lijkt het alsof ik ze nog maar gisteren zag. Anderzijds voel ik hoe hard ik veranderd ben en hoe stevig ik in mijn schoenen sta. Ik was zo zo zo bang dat de negatieve werk-stress die ik met veel moeite had kunnen loslaten in één klap zou terugkomen door hun verhalen. Maar neen. Ik kan het. Ik luister naar hen zonder meegezogen te worden in de stress. Ik voel hoe ik me beter inleef en juister antwoord geef omdat ik objectiever, van een verdere afstand, naar hun verhalen kan luisteren. Ik was zo bang dat ik in mijn enthousiasme weer zou beginnen twijfelen over mijn beslissing om niét, nooit meer terug te keren. Maar neen. Onbedoeld & ongewild bevestigen ze één en ander en ik vind het goed zo. Ik was zo bang dat ze als de twee bulldozers die ze kunnen zijn - en vanuit de beste bedoelingen - me zouden willen overhalen om zus of zo. Maar neen. Mijn 'copinnen' doen wat 'copinnen' doen. Ze spreiden al hun empathie en liefde over me uit. Moedigen me aan en vinden alles goed. Nog een laatste rondje, en nog één, en nog één. We nemen afscheid. Karen zegt: "Geen bullshit eh ... we zien elkaar nog ... in den draai." En Michou zegt: "Tot in den draai." En ik sta wat te trempen. Ik geef ze alletwee een kus en weg zijn ze. Echt waar ... Ze zijn zo lief. * Avond. Ik ben compleet, maar dan ook compleet, leeg. Uitgewrongen. Maar wel blij dat ik ze gezien heb.
3 Reacties
15/5/2016 14:56:24
Oh nee, had er voor mij ook niet bij gemoeten. Vooral de dag erna was afgrijselijk. Ik had migraine van hier tot in Tokio en voelde me helemaal slap ...
Antwoord
Laat een antwoord achter. |
Over mijArchief
Augustus 2020
Categories
Alles
|